In UZ Leuven gaan de gebruikte sterilisatiedoeken waarin operatiesets zijn ingepakt niet langer naar de verbrandingsoven. In Dé Werkplaats in Herent halen mensen met een beperking de labels en stickers van de doeken, zodat het polypropeen (PP) kan gerecycleerd worden.
“Onze mensen verwijderen alle stickers en labels.”, legt Marcia Geerinckx, coördinator van Dé Werkplaats, uit. “Dan plooien we de doeken en maken er balen van, klaar om naar het recyclagecentrum te vertrekken. Het is een grote afvalberg minder, UZ Leuven gebruikt ongeveer 20 ton sterilisatiedoeken per jaar.”
Het initiatief komt van Ann Van Den Bosch, doctor in de scheikunde en zaakvoerder van EnAdviS dat milieuprojecten op touw zet. “Ziekenhuizen hebben veel kleine maar waardevolle afvalstromen. De kunst is om die stromen aan de bron te sorteren en te kanaliseren naar hubs.”, legt ze uit. Zo fungeert Dé Werkplaats in dit geval als hub waar die stromen samenkomen.
Voor de mensen met een beperking betekent dit werk bovendien een zinvolle dagbesteding. Marcia Geerinckx: “Het gaat om arbeidsintensieve, repetitieve taken die perfect aansluiten bij de mogelijkheden van onze medewerkers. Bovendien zijn ze fier op hun werk. Ze werken immers voor het ziekenhuis.”
De doeken worden uiteindelijk verwerkt tot korreltjes polypropeen, dat in nieuwe spuitgiettoepassingen gebruikt wordt. Ann Van Den Bosch: “Dat materiaal wordt gewoon vermarkt, en dat blijkt geen probleem. De 14,8 ton die we al in 2021 ingezameld en verwerkt hebben, was meteen verkocht. Het gerecycleerde PP kan in heel veel dingen gebruikt worden, in bloempotten bijvoorbeeld.”
EnAdviS rolde het project ook uit naar andere ziekenhuizen en sociale-economieprojecten in Vlaams-Brabant. De partners zijn de voorzieningen voor mensen met een beperking: Oostrem, Ons Tehuis Brabant en Huis in de Stad, en de ziekenhuizen UZ Leuven, Sint Maarten, Imelda en Jan Portaels.
“We zijn zo overtuigd van dit project en de samenwerking met sociale economie, dat we op termijn ook andere verpakkingsmaterialen willen recupereren.”, besluit Ann Van Den Bosch.